De economische Europese crisis nader bekeken
In zekere zin spreekt men van een crisis wanneer een zogeheten hoogconjunctuur verandert in een laagconjunctuur. Dit kan echter geregeld gebeuren en zodoende is er nog geen sprake van een echte crisis. Er is pas sprake van een echte crisis wanneer de economie voor langere tijd 'inzakt'. In de economische geschiedenis is dit al een aantal keer wereldwijd voorgekomen.
De verschijnselen van een crisis
- Wanneer het aanbod de economische vraag overtreft, ook wel onderbesteding genoemd.
- Het inzakken van vertrouwen in de economie of financiële instellingen
- Vrees voor een recessie of depressie
Vaak ontstaat een crisis door een combinatie van falen bij deze factoren en ontbreekt de kennis om de werkelijke oorzaken van de crisis bloot te leggen, waardoor adequaat ingrijpen mislukt. Ingrijpen gebeurt dan op een verkeerde manier waardoor de crisis meer aangewakkerd wordt en de economie in een neerwaartse spiraal terechtkomt.
De huidige crisis
De huidige wereldwijde crisis is ontstaan in de Verenigde Staten. Financiële instellingen in de Verenigde Staten vertrouwden puur op de alsmaar stijgende huizenmarkt en verstrekten leningen aan Amerikaanse burgers die financieel hun zaken niet in orde hadden. De instellingen keken vrijwel nooit naar het aangegeven inkomen van een lening vragende, waardoor fraude dus geregeld voorkwam. Op een gegeven moment gebeurde het onverwachtse: het vertrouwen in de Amerikaanse huizenmarkt nam enorm af en huizenprijzen stabiliseerden. De huizen-zeepbel barstte en paniek brak uit. Wall Street, het financiële hart van de Verenigde Staten, klapte uit elkaar en banken gingen failliet. Deze crisis in de Verenigde Staten trok vervolgens naar Europa en Japan. Dit kon gebeuren omdat veel afnemers van de Amerikaanse banken, banken in Europa en Japan waren. Het Amerikaans probleem was vanaf dat moment een wereldwijd probleem.
In Europa en Japan brak ook een crisis uit, zij het allebei van andere aard. In Japan was sprake van een stagnerende economie, Europa bevond zich opeens in een staatsschuldencrisis. Japan had enorm te kampen met wereldwijde afname van de vraag naar voornamelijk financiële producten, de Europese Unie verloor compleet het vertrouwen in een aantal lidstaten in het Zuiden van Europa.
Het vertrouwen in Europa was verdwenen doordat Griekenland aangaf dat zijn staatsschuld vele malen hoger was dan het tot dan toe had aangegeven, frauduleus dus. In andere Europese landen zorgde dit voor veel kwaad bloed. Andere Zuid-Europese landen gaven ook aan dat hun schuld vele malen hoger was dan eerst gedacht. De Noordelijke landen die hun economische zaken goed in orde hadden bevonden zich in een lastige positie: een kwakkelende binnenlandse economie en toen financiële steun geven aan de 'zieke broeders' van Europa of eerst zorgen voor economische vooruitgang in eigen land. Er werd gekozen voor het eerste, noodpakketten werden aan veel landen in Europa gegeven. Dit betrof voornamelijk de Zuidelijke landen. Hier werd voor gekozen omdat de angst groter was dat de Zuidelijke landen failliet zouden gaan waardoor de economische crisis in Europa zou kunnen verergeren.
Rond 2014 is sprake van een licht herstel van de economie binnen de Europese Unie. Een einde van de Europese crisis ligt binnen de verwachting.